Yasser Arafat werd geboren op 24 augustus 1929 in Cairo Egypte. Zijn oorspronkelijke naam was Abdel-Rahman Abdel Raouf Arafat al Qudwa al-Hoesseini. Hij beweerde altijd dat hij zou geboren geweest zijn in Jeruzalem, maar dat is nooit bevestigd. Arafat was de vierde van zeven kinderen van Abdel Rauf al-Qudwa, die omstreeks 1927 uit Gaza naar Egypte was gegaan omdat hij daar land had geërfd.

Zijn vader, handelaar in levensmiddelen, zette een kaasfabriek op. Volgens Inam, Arafat's oudste zus, was hun vader een krachtige man met een ijzeren wil, die elke dag hele afstanden aflegde om klanten te bezoeken. Hij kon schreeuwen en lichtgeraakt zijn, maar ook vriendelijk. Van het geld dat hij verdiende ging nogal wat naar armen. Zijn moeder Zahwa was een Husseini. Arafat groeide op in een middenklasse-wijk van Caïro tussen Joden en Libanese christenen.

Op jonge leeftijd verloor Arafat zijn moeder, die een nierziekte had. Met zijn broer Fathe werd hij naar een oom in Jeruzalem gezonden, bij wie zij vier jaar zouden blijven. Later hertrouwde zijn vader en keerden de broers terug naar huis te Caïro. Het boterde helemaal niet tussen zijn stiefmoeder en de kinderen. Dit was een traumatische tijd voor Arafat. Toen hij zo'n 10 jaar oud was merkte zijn zus Inam op dat hij anders was dan andere jongens. Hij bleek een geboren leider te zijn die een groep jongens aanvoerde alsof het een legertje was. Snoep, alles deelde hij met hen.